AkzoNobel kan niet zomaar een beschermingswal optuigen tegen een vijandig bod van PPG Industries. Volgens de wet moet het bedrijf daarvoor eerst serieus gesproken hebben met zijn Amerikaanse belager. Dat zei directeur Paul Koster van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) zondag in het televisieprogramma Buitenhof.
AkzoNobel wees afgelopen week ook een derde overnamevoorstel van PPG van de hand. De Amerikaanse branchegenoot reageerde teleurgesteld en zinspeelde op de mogelijkheid om zijn bod buiten bestuur en commissarissen voor te leggen aan de aandeelhouders van de Nederlandse verfproducent. Een speciale stichting kan zo’n vijandige overnamepoging flink bemoeilijken.
Maar volgens Koster kan AkzoNobel niet zomaar van die mogelijkheid gebruikmaken. Dat mag pas als er serieus gepraat is met de biedende partij. Het gesprek van anderhalf uur dat de topmannen van beide bedrijven vorig weekeinde hadden, is daarvoor onvoldoende, meent hij. De VEB-voorman blijft erbij dat AkzoNobel het gesprek met PPG moet aangaan.
De beleggersvereniging liet zich afgelopen week ook al kritisch uit over de beschermingsmaatregelen die AkzoNobel nog achter de hand heeft. Die zouden niet bijdragen aan een goed ondernemingsbestuur, mede omdat de stichting die ze in het leven kan roepen, bestuurd wordt door onder meer president-commissaris Antony Burgmans.